Inleiding
Inspired by the work of Graham Rotheray, and his 1993 guide "Colour Guide to Hoverfly Larvae (Diptera, Syrphidae), I started experimenting with hoverfly breeding in 1997. First, PET bottles were filled with sawdust and plastic ice trays (now called Hoverfly lagoons) filled with rotting carrot-potato-onion mixture tested. The PET bottles were hung in various trees (pine, oak, birch and beech) and the trays stood on the ground or in the peat. Helophilus pendulus and Neoascia podagrica larvae were also found in the ice trays.
These artificially created breeding sites have been tested for several other groups like beetles where they work out fine, although the right mixture is essential. Other ways of enhancing habitat for Saproxylic Syrphidae might be the protection of veteran trees and its associated tree-related micro habitats (TreMs).
Geïnspireerd door het werk van Graham Rotheray, en zijn gids "Colour Guide to Hoverfly Larvae (Diptera, Syrphidae) uit 1993 ben ik in 1997 begonnen met experimenten met kweken van de zweefvlieg. Allereerst werden er PET flessen gevuld met zaagsel en plastic ijsbakken gevuld met rottend wortel-aardappel-ui mengsel uitgetest. De PET-flessen werden in diverse bomen (den, eik, berk en beuk) gehangen en de bakken stonden op de grond of in het veen. In beide bakken overheerste Myathropa florea (Doodskopzweefvlieg), terwijl in de ijs bakken ook Helophilus pendulus (Gewone pendelvlieg)en Neoascia podagrica (Gewone korsetvlieg) larven gevonden werden.
Check out the Buzz club new website about creating breeding sites for Hoverflies "Hoverfly Lagoons" by Ellen Rotheray and co-workers.
The breeding boxes
Research in Scotland, England and Austria showed that the composition of the sawdust mixture is of crucial importance. for the species that are attracted to the "nest boxes". Also, the fact that the contents of the PET bottles are exposed to direct sunlight and the poor insulation means that more critical species will not survive in these non-natural breeding grounds nowadays called hoverfly lagoons. These can be either containers with grass put on the ground or sawdust filled boxes in trees.
Dutch: Uit onderzoek in Schotland (Ellen Rotheray), Engeland (Callicera spinolae "pracht glanszweefvlieg") en Oostenrijk (Brachypalpus chrysites, een soort molmzweefvlieg) en Chalcosyrphus valgus (Kleine rooddij-bladloper)) bleek dat de samenstelling van het zaagsel mengsel van cruciaal belang is voor de soorten die zich aangetrokken voelen tot de "nestkasten". Ook het feit dat de inhoud van de PET-flessen aan direct zonlicht bloot staat en de slechte isolatie zorgt ervoor dat meer kritische soorten niet zullen overleven in deze niet-natuurlijke broedplaatsen.
The different hoverfly species also all have different needs with regard to the biotope of the larvae. For example, Myathropa florea is not critical, but eg Myolepta dubia is. To find out what specific requirements the larvae of the different species have, it is necessary to breed these species. Unfortunately, many species are rare and the number of suitable rock cavities is also limited. The extraction of rot cavities can therefore have a negative effect on the survival of these rare species. In order to be able to do research, I came up with the idea of nesting boxes, following bird research in which nest boxes are also used.
The nest boxes (hoverfly breeding boxes) are, just like bird nest boxes, made of wood with an opening at the top so that the hoverflies can come in and out of the box. The difference with the bird nest box is that there must already be a suitable nest for the hoverflies. Such a nest must meet a number of requirements. It must be moist to wet and contain rotting wood parts (the growing medium), the PET bottle filled with sawdust and rotting plant material (minimum 1 to 1 1/2 liters) provides this. It should not be too hot in the summer and not too cold in the winter, which is why the PET bottle is enclosed by insulation material. The nest box must therefore be large enough so that both the PET bottle and the insulation material fit in it. The culture medium should not be exposed to direct sunlight (wooden nesting box with insulating material protects this sufficiently). No birds or mammals may enter the hive that want to eat the larvae or pupae. For this purpose, extra pieces of wood are placed at the top of the cabinet where gliding flies can easily pass, but larger animals cannot. These sticks hang above the culture medium and are therefore always dry. The dolls can attach themselves on and behind these sticks so that they stay dry. To ensure that the culture medium does not dry out, the lid is slightly hollowed out and provided with a number of holes in the middle through which rainwater is collected and can drip into the PET bottle.
Rotholte inhabiting hoverflies in the Netherlands
The larvae of the following species from the Netherlands are known to live in rock cavities. The scientific and Dutch name is given for each species. The larval biotope and distribution in the Netherlands is also briefly explained.
The following text is in Dutch as the fieldwork is only conducted in the Netehrlands.
Blera fallax (Roodkapje) rotholtes in dennen stronken, slechts 1 waarneming in Zuid-Limburg.
Brachypalpoide lentus (Bloedrode bladloper) Rotholte in Beuk, vrij algemeen op de zandgronden, langs de kust en in Zuid-Limburg.
Brachypalpus laphriformis (Gevlekte molmzweefvlieg) Rotholtes in Eik en Den. Vrij algemeen in het binnenland en Zuid-Limburg).
Callicera aenea (Gele glanszweefvlieg) slechts 4 verspreide waarnemingen over het gehele land.
Callicera aurata (Gouden glanszweefvlieg) rotholtes in Beuk en Berk. slechts 2 waarnemingen, 1 in Drenthe de andere in Zuid-Limburg).
Callicera fagesii (Donkere glanszweefvlieg) rotholtes in Populier. Verspreide waarnemingen uit het binnenland.
Callicera rufa (Dennen glanszweefvlieg). rotholtes in Den en Larix. Zeldzaam op zandgronden, voornamelijk in het binnenland.
Criorhina floccosa (Pluimwooudzwever). rotholtes in Iep. vrij zeldzaam in het binnenland en Zuid-Limburg).
Mallota cimbiciformis (Bijmallota). Rotholtes in Beuk, Paarde kastanje, Es en Iep. Slechts 4 recente waarnemingen uit het binnenland en Zuid-Limburg.
Mallota fuciformis (Hommelmallota). waarschijnlijk ook in rotholtes. Zeer zeldzaam in het binnnenland en Zuid-Limburg.
Myathropa florea (Doodskopzweefvlieg). In allelei vochtige omstandigheden met veel rotten planten materiaal. Zeer algemeen in het hele land.
Myolepta dubia (Gele myolepta). Rotholtes in Beuk, Eik, Esdoorn en Populier. Vrij zeldzaam op zandgronden in het binnenland en Zuid-Limburg.
Myolepta vara (Zwarte myolepta). Rotholte in Eikenstomp. Slechts enkele waarnemingen in Zuid-Limburg (Vijlenerbos).
Pocota personata (Pocota). Rotholtes in Beuk, Es en Populier. Slechts 4 recente waarnemingen uit het binnenland en Zuid-Limburg.
Psilota (spitsbek)
Spilomyia manicata (Behaarde wespvlieg). Rotholtes in Esdoorn en Eik. slechts 4 oude waarnemingen.
Xylota florum (Grote grijze bladloper). Rotholte in Populier. Vrij zeldzaam in de zuidelijke en oostelijke delen van het land.
Xylota sylvarum (Grote gouden bladloper). mogelijk in rotholtes van Beuk. Algemeen in het binnenland, de duinen en Zuid-Limburg.
Xylota xanthocnema (Gevlekte gouden bladloper). mogelijk in rotholtes van Taxus en Eik. Vrijzeldzaam in het oosten van het land en Zuid-Limburg.